
In het spoor van de bever
Het grootste knaagdier van Europa laat zich niet vaak zien. Enkel zijn bouw- en knaagkunsten vallen meteen op. Als je echter weet waar je op moet letten en hoe je je best gedraagt, stijgen je slaagkansen om hem aan het werk te zien. Met deze stoomcursus én de zoektips van Kristijn van Natuurpunt volg je het spoor van de bever. Hij nam Sigi, onze wildspotter in spe, mee op sleeptouw om deze verscholen dammenbouwer te zoeken in het mysterieuze Munsterbos.

Castor fiber
- Soort: knaagdier
- Grootte: 95 - 137 cm - 15 tot 35 kg
- Woonplaats: aan en in het water
- Menu: vegetarisch, van gras tot bast
- Relatiestatus: monogaam gezinsleven
- Levensverwachting: 8 tot 35 jaar
- Status: kwetsbaar en beschermd
- Aantal in Vlaanderen: 170 families, goed voor 510-850 bevers
Waar leeft de bever
Bekende bevergebieden in Vlaanderen zijn de Dijle en de Maasvallei. Sinds 2000 zijn bevers aan een opmars bezig in en rond de Vlaamse wateren, dus maak je steeds meer kans om ze te spotten. Op waarnemingen.be, de grootste online databank voor natuurwaarnemingen, kan je de aanwezigheid van de bever volgen doorheen Vlaanderen. Of ga wandelen in een gebied waar andere natuurspotters hem ook al zagen.

Bosrijke gebieden met water
Met zijn ijzersterke tanden en krachtige kaken bouwt de bever zelf zijn perfecte habitat. Toch heeft hij een aantal vereisten voor zijn omgeving. De bever is onlosmakelijk verbonden met water. Sloten, beken, rivieren, moerassen, vijvers, meren: allemaal goed, als het water maar niet te snel stroomt en er voldoende bomen beschikbaar zijn. Die velt de bever om de schors ervan op te eten, een stroom in te dammen of een burcht te bouwen. Een belangrijke zoektip dus: bevers zijn steeds te vinden in waterrijke bosgebieden met voldoende zacht hout zoals wilg, els en populier. Af en toe durven bevers aan een harde eik knagen om hun tanden te scherpen. Door hun verbluffende aanpassingsvermogen vind je ze sporadisch ook in velden, akkers en zelfs in steden. Maar dat zijn uitzonderingen: bevers zijn op hun rust gesteld.
Ooit was de bever uitgestorven in Vlaanderen, maar sinds begin 2000 is hij bezig aan een sterke comeback. Je vindt hem nu op verschillende plaatsen. In deze natuurgebieden werd hij al gespot door andere natuurliefhebbers:
Trek eropuit en beleef onze natuur
Een topontmoeting met een wild dier is nooit gegarandeerd.
Maar een fijn avontuur is altijd verzekerd.
Herken de bever
Eerst en vooral is je timing van essentieel belang: bevers zijn vooral ‘s nachts en in de schemering actief. Zoek bij valavond naar verse afgeknaagde boompjes in de buurt van water en ga daar op de uitkijk staan. Wanneer de dagen het langst zijn, durven bevers ook weleens in het daglicht op pad te gaan. De periode bij uitstek dus om ze te spotten.
Beversporen zijn makkelijker te ontdekken dan de bever zelf. Let op:
- knaagsporen die bomen hebben herleid tot een potloodpunt. Takken waaraan geknabbeld is, houten dammen in en burchten aan het water …
- pootafdrukken in de modder bij waterlopen. Van heel dichtbij kan je zelfs de zwemvliezen erin terugvinden. Vooral in de winter en het voorjaar kan je deze sporen goed zien, door de kale bomen en struiken.
- beverpaadjes of wissels op oevers. Die wegjes gebruiken bevers als ze het water in- en uitgaan. Ook hier kan je de pootafdrukken vinden, als hun slepende staart ze niet heeft uitgewist.

Nu weet je waar je hem kan vinden. Kom je oog in oog te staan met een bever? Dan verraadt hij zichzelf met zijn specifieke looks:

Zet niet enkel je ogen aan het werk. Bij het zoeken van wilde dieren is het belangrijk dat je alle zintuigen inschakelt.
- Voel aan de takken: is het mogelijk dat ze afgeknaagd zijn door twee grote tanden, dus niet zomaar afgebroken of doorgezaagd?
- Ruik je een vreemde geur? De grenzen van het beverterritorium worden namelijk meestal gemarkeerd met castoreum of bevergeil (geproduceerd in de anale klieren). Zowel mannetjes als vrouwtjes laten geil achter. Het geil heeft een muskus-vanillegeur met een scherpe teerachtige toon, die nog het meest doet denken aan een mengsel van ziekenhuisgeur en schoensmeer. Bevergeil werd vroeger trouwens - sterk verdund - verwerkt in parfums en vanille-ijs.
- Het kenmerkende geluid van de bever is vooral zijn waarschuwingssignaal: bij gevaar slaat hij met zijn staart op het water om zo de anderen te waarschuwen. Maar eigenlijk zijn bevers meestal stil. Jongen kunnen een zacht zeurend geluid maken, volwassen bevers hoor je niet. Behalve hun knagend geluid als ze aan het eten zijn. Dat klinkt zo:
Tips van expert Kristijn

Bioloog Kristijn Swinnen volgt al jaren de evolutie van de bever in Vlaanderen. "De bever leeft langs rivieren, meren, vijvers, moerassen, beken en sloten, oude rivierarmen en grindgaten. Zolang de toegang tot water jaarrond gegarandeerd is en er voldoende bomen langsheen de oever staan, voelt de bever zich thuis. Het water mag in de zomer niet droogvallen en in de winter mag het niet tot op de bodem bevriezen.
Bevers zijn in de zomer vooral tijdens de schemering en ’s nachts actief. Van mei tot augustus verlaten ze de burcht in de vroege avond en keren tussen 3 en 6 uur ‘s morgens terug. Bevers houden geen winterslaap en kunnen ’s winters behoorlijk actief zijn. Bevers verraden hun aanwezigheid door onmiskenbare sporen.
Zie je een bever, maak dan geen plotse beweging en probeer stil te zijn. Sommige bevers zijn schuw, maar anderen laten zich gedurende lange tijd observeren. Buiten je zintuigen, muggenwerende kledij en misschien een hoofdlamp en verrekijker heb je niet veel nodig.
Heb je hem gespot tijdens je wandeling? Doe ons dan een plezier en geef hem dan in op de website waarnemingen.be of via de fotoherken-app ObsIdentify. Zo krijgen natuurbeschermers een beter zicht op de verspreiding van de bever in Vlaanderen.
Niet te verwarren met
Je kan bevers verwarren met beverratten en muskusratten. Zeker in halfdonkere omstandigheden waarin het moeilijk is om in te schatten hoe groot de dieren zijn. Hoe kan je zeker weten dat je te maken hebt met een bever?
Zoekkaart Zoogdieren

De bever vind je terug in deze handige zoekkaart met zoogdieren die je in Vlaanderen kan spotten.
Afbeeldingen van sporen en uitwerpselen helpen je om je natuurvondsten te determineren.
Ook verkrijgbaar in een pakket met alle Natuurpunt zoekkaarten.
Uitpakken met weetjes
Vegan dieet
De bever is een echte planteneter. Hij gaat vooral in en rond water op zoek naar plantaardig voedsel: grassen, kruiden, struiken, riet ... Om zijn constructies te bouwen, knaagt de bever hele bomen om. Hij houdt van zacht hout, zoals wilg en populier. Het hout zelf eet de bever niet op, enkel wat aan de boomstam vasthangt: bast, twijgjes, bladeren … Door de aanwezigheid van speciale bacteriën in de blinde darm kan hij al dat houtig materiaal verteren.

Monogame liefde
Bevers zijn monogaam en paren 's winters in het water. Na 3,5 maand worden 2 à 3 jongen geboren. De eerste weken blijven ze in de burcht waar ze moedermelk krijgen tot 3m oud. Ze verblijven 2 jaar in het territorium van de ouders en helpen bij de opvoeding van hun broers en zusjes. Na 2 jaar zijn ze klaar om een partner te zoeken en vertrekken ze uit de burcht, op zoek naar een eigen thuis.

Superheld onder water
De bever heeft superheldkwaliteiten die hem veilig door het water laten glijden. Hij kan zijn neus en oren afsluiten van zodra hij kopje onder gaat. Nog straffer: hij heeft een transparant extra ooglid dat werkt als duikbril. Zijn lippen sluit hij achter zijn grote voortanden. Zo kan hij knagen onder water en bouwmateriaal vervoeren zonder te verdrinken.
Straffe burcht
De dam die bevers bouwen is essentieel om de perfecte beverburcht te bricoleren. Daarvoor moet het waterpeil min. 80 cm hoog zijn. Zo komt de opening van de beverburcht onder water te liggen en wordt de burcht ontoegankelijk voor roofdieren. Als het waterpeil van nature hoog genoeg is, bouwen bevers geen dam. De opgestapelde takken aan een burcht zijn een veilige plek om jongen groot te brengen.

IJzersterke tanden
De voortanden van de bevers zijn als zichzelf slijpende beitels. Om door boomstammen te knagen, hebben ze extra sterke tanden nodig. Gelukkig bevat hun tandglazuur ijzer, waardoor ze ongelooflijk sterk en scherp zijn. Omdat het glazuur aan de voorkant van hun tanden langzamer slijt dan het witte dentine aan de achterkant, scherpen de tanden van een bever zichzelf terwijl hij op bomen kauwt.

Nomen est omen
Door geschreven bronnen, fossielen en toponiemen weten we dat de bever vroeger in heel België voorkwam. Toponiemen zijn plaatsnamen die verwijzen naar de historische achtergrond van een plek. Zo zijn Beveren, Beverlo, Strombeek-Bever en vele andere afgeleid van het oud-Keltische bebrona of het oud-Germaanse bibruno, namen uit het Keltisch (bebro) of Germaans (bibru) voor bever.
Vervolgd in Vlaanderen

Vroeger was de bever gewild voor zijn pels en zijn vlees. Zo gewild dat hij in de 19de eeuw zo goed als uitgestorven was. De laatste bever in Vlaanderen werd gedood in 1848. Sinds 2000 zijn bevers weer in Vlaanderen aanwezig. De eerste exemplaren zijn illegaal uitgezet. In Wallonië, Duitsland en Nederland werden ook populaties uitgezet, die geleidelijk aan uitweken naar ons land. Ondertussen komt de bever in al onze provincies voor en heeft hij zonder hulp een groot deel van zijn natuurlijke verspreidingsgebied opnieuw ingenomen.
Architecten van ons waterlandschap
Intussen is het leefgebied van de bever sterk veranderd: stromen zijn rechtgetrokken, valleien gedraineerd en volgebouwd of ingenomen door landbouw. Het is daarom niet verwonderlijk dat er soms conflicten opduiken. Bevers veranderen actief de structuur van het landschap, ze worden ecosysteemingenieurs genoemd. De veranderingen in het landschap hebben niet alleen een voordeel voor de bever, maar vaak ook voor andere soorten.
Overlast
Wel kunnen bevers door hun activiteiten soms wateroverlast en vraat- en graafschade veroorzaken. Bevers en hun bouwwerken zijn beschermd en alleen via een ontheffing van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) kunnen er maatregelen genomen worden om de gevolgen van de bevervestiging te beperken.

Preventie
Bevers houden van schors en knagen daarvoor ook bomen aan. Als dat onveilige situaties leidt, of als het om landschappelijk of economisch belangrijke bomen gaat, kunnen die bomen beschermd worden door er stevig metaalgaas rond te wikkelen. Bij Natuurpunt zetten we ook in op preventie: met doordacht beheer geven we de beverfamilie de ruimte die ze nodig heeft zonder overlast te creëren voor anderen. Als de bever ‘dicht bij huis’ alles vindt wat hij nodig heeft, hoeft hij niet verder weg op zoek naar voedsel en blijven conflicten beperkt. Toch gaan jonge dieren noodgedwongen op zoek naar nieuwe habitats, die soms erg dicht bij de mens liggen.
Zo verscheen de eerste bever in West-Vlaanderen in maart 2020 in de Brugse binnenstad. Net omdat de bever zijn eigen geschikte habitat creëert, wijst de soort ons er keer op keer op dat de ruimte voor waternatuur in Vlaanderen erg beperkt is, ondanks de belangrijke bescherming die dit type natuur ons kan bieden bij droogte en hevige regenval. Op die manier dwingt de bever de mens op een andere manier na te denken over de inrichting van het landschap, overal waar hij opduikt.

Natuurpunt beschermt de bever
Bevers horen in Vlaanderen. Omdat het echte landschapsarchitecten zijn, kunnen ze een grote impact hebben op het natuurgebied waarin ze leven. Op plaatsen waar er nog weinig natuur te vinden is, is het daarom soms kiezen tussen verschillende soorten die er kunnen overleven. Zo kan een zeldzame orchidee niet overleven in een te nat gebied of kan het afdammen van een voedselrijke waterloop problemen geven voor een aantal plantensoorten, terwijl de bever dat net nodig heeft.
Natuurpunt bekijkt per locatie waar de bever veilig kan (over)leven, zonder dat andere soorten daardoor moeten verdwijnen. Op de meeste plaatsen is de aanwezigheid van de bever een echte verrijking. De nieuwe waterplekjes die hij creëert trekken weer andere soorten aan.
Uit een studie van de UGent blijkt dat stroomopwaarts gelegen dammen op waterlopen het aantal overstromingen in een nabijgelegen stad of dorp kunnen verminderen. In de zomer, bij waterschaarste, wordt het water langer aan die dammen vastgehouden. En die sterkere waterreservoirs hebben we nodig tijdens langere droogteperiodes of bij aanhoudende regenbuien. Zo kan het teveel aan water ergens naartoe en kan zo’n waterreservoir het grondwater op peil houden.
De bever heeft recht op een veilige thuis waar hij naar hartenlust zijn familie in kan grootbrengen. Maar ook andere dieren en planten verdienen onze bescherming. Steun Natuurpunt en zorg zo mee voor een Vlaanderen waar prachtige, ongerepte natuur een plaats kan hebben.

-
Trek een waterrijk gebied in, liefst in de schemering
-
Let op boomstammen afgeknaagd als potloodpunt
-
Wees muisstil, bevers zijn schuw
Volgende keer
Volgende week: de ijsvogel.
In les 2 deelt Gerald zijn beste zoektips met jou.
In deze cursus:
Les 1: de bever
Les 2: de ijsvogel
Les 3: de kleine zonnedauw
Les 4: de slechtvalk
Les 5: de grote keizerlibel
Les 6: het everzwijn
Les 7: de bosuil
Les 8: de vos
Les 9: de ree
Les 10: de zwarte specht
Deze cursus werd met liefde gemaakt door Natuurpunt.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief