Afbeelding
Graafweide Schupleer
VMM

Geen afgravingen in Graafweide-Schupleer: kiezen voor systeemherstel

2 mei 2025
Categorieën
Natuurbericht

Tussen Grobbendonk en Vorselaar ligt Graafweide-Schupleer, een bijzonder stukje natuur. Bij natuurherstel in dit gebied kiest de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), samen met partners, bewust voor systeemherstel in plaats van afgraving in functie van verschraling. Zo blijft de kwetsbare veenbodem behouden en wordt ingezet op duurzame ontwikkeling van waardevolle natte natuur.

Een bijzondere veenvallei

Natuurinrichtingsgebied Graafweide-Schupleermaakt deel uit van een Europees beschermd natuurgebied. Het landschap bestaat uit weilanden, alluviaal bos en waardevolle, half-natuurlijke graslanden. De bodem bevat ook veen, een zeldzaam en kwetsbaar bodemtype. Vandaar dat het gebied deel uitmaakt van het Europese project ADMIRE.

In dit gebied herstelt de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), samen met partners, via het instrument Natuurinrichting een robuuste kern natte natuur van 150 hectare.

Als onderdeel van een uitgebreide ecohydrologische studie werd vastgesteld dat de bovenste laag van veel percelen verhoogde fosfaatwaarden bevat. Dat kan de ontwikkeling van voedselarme, soortenrijke vegetatie bemoeilijken. Daarom werd in de studie afgraven van de toplaag voorgesteld als mogelijke maatregel om de Europese natuurdoelen te halen.. Op sommige plekken werd zelfs een afgravingsdiepte van 40 cm aanbevolen.

Afbeelding
Kaart met voorgestelde af te graven dieptes
Van Ballaert
Kaart met voorgestelde af te graven dieptes in het gebied volgens de ecohydrologische studie (Van Ballaert et al., 2017).

Toch heeft VLM in samenspraak met partners en experten uiteindelijk besloten om deze ingreep niet uit te voeren.

Waarom afgraven vaak geen duurzame oplossing is

Afgraven lijkt een efficiënte manier om snel fosfaat uit de bodem te verwijderen. Maar deze maatregel is zelden duurzaam, om meerdere redenen:

  • Verlies van waardevolle veenlagen: Veen groeit zeer traag aan — ongeveer één centimeter per twintig jaar. Bij het afgraven van 20 cm verdwijnt dus minstens 400 jaar natuurlijke opbouw. De oorspronkelijke dikte van de veenlaag wordt nooit meer bereikt. Bovendien is veen een belangrijke bron van koolstofopslag. Wanneer het wordt afgegraven en blootgesteld aan lucht, breekt het snel af en komt er koolstof vrij als CO₂, wat bijdraagt aan klimaatverandering.
Afbeelding
Grafiek veendikte
Swinnen
Grafiek die toont hoe de oorspronkelijke veendikte niet meer bereikt wordt na afgraving/ontginning, zelfs na lange tijd (Swinnen et al., 2022) (Swinnen et al., 2022)
  • Verstoring van de natuurlijke waterhuishouding: Afgraven verlaagt het maaiveld, waardoor regenwater zich makkelijker ophoopt. In natte gronden infiltreert dat water moeilijk, wat leidt tot zuurstofarme en zure omstandigheden in de bodem. Veel karakteristieke soorten verdragen dit slecht. Ook kan het lokale grondwaterpatroon worden verstoord, met verdroging van omliggende percelen tot gevolg.
  • Verlies van ecologische en historische waarde: De bovenste bodemlaag bevat een zadenbank, organisch materiaal en sporen van het natuurlijke én menselijke verleden. Bij diepe afgraving (tot 40 cm) gaat deze biologische en historische rijkdom onherroepelijk verloren.
  • Hoge kosten en onzeker herstel: Afgraven is technisch en financieel ingrijpend. De situatie na afgraven is moeilijk te voorspellen, en het herstel naar een stabiel ecosysteem duurt lang. De kans is reëel dat gewenste natuurdoelen alsnog niet worden bereikt.

Lessen uit het ‘wilde weike’

Een belangrijk referentiepunt binnen het gebied is het zogenaamde ‘wilde weike’. Dit zijn enkele van de oudste percelen in beheer door Natuurpunt, gelegen op een veenbodem. Hier ontwikkelde zich ondanks verhoogde fosfaatwaarden een soortenrijke vegetatie met onder andere blauwe knoop (Succisa pratensis), waterdrieblad (Menyanthes trifoliata) en wateraardbei (Comarum palustre).

De bodem in dit deel van het gebied bevat van nature relatief veel fosfaat, deels afkomstig van vivianiet, een natuurlijk ijzerfosfaatmineraal. Daarnaast is de ondergrond rijk aan ijzer, dat fosfaat bindt en zo voorkomt dat het beschikbaar wordt voor planten. Daardoor blijken ook fosfaatrijkere bodems toch geschikt voor schralere waardevolle vegetatie.

Afbeelding
Vivianiet
Wendy Janssen
Vivianiet in Graafweide-Schupleer en Vallei van de de Zwarte Beek. Vivianiet duidt op natuurlijke fosfaatbronnen in het gebied.

Kiezen voor systeemherstel

Op basis van deze inzichten is gekozen voor een aanpak waarbij het natuurlijk systeem centraal staat. De maatregelen richten zich op het herstellen van de natuurlijke waterhuishouding en het behoud van veenbodems, in plaats van het  verwijderen van fosfaatrijke lagen. Enkele acties:

  • Aangelegde grachten dempen of verondiepen, zodat het grondwaterpeil zich kan herstellen.
  • Frequent maaibeheer, waarbij plantenresten worden afgevoerd om geleidelijk voedingsstoffen uit het systeem te halen.
  • In kaart brengen en beschermen van veenbodems, onder andere via veenprikken en analyse van het organisch stofgehalte.
Afbeelding
Aanwezigheid veen
Van Ballaert
Aanwezigheid van veen in Graafweide-Schupleer gepresenteerd in de oranje vlakken (+/- 80 hectare). De kaart werd opgesteld op basis van de veenprikken. Het dikste veenpakket is 220 cm (Van Ballaert et al., 2017)

Uitsluitend waar bodems onnatuurlijk zijn opgehoogd, wordt overwogen om lokaal in te grijpen en het landschap te herstellen naar zijn oorspronkelijke vorm.

Tot slot

Afgraven is op korte termijn effectief in het verwijderen van fosfaat, maar veroorzaakt langdurige schade aan bodem, natuurlijke waterhuishouding, biodiversiteit en klimaat. Systeemherstel vraagt geduld, en de gewenste natuurdoelen zullen zich niet meteen ontwikkelen, maar het biedt mogelijk een veerkrachtige en duurzame oplossing voor de natuurontwikkeling in Graafweide-Schupleer. De geleidelijke ontwikkeling van waardevolle vegetatie – zoals in het ‘wilde weike’ – bewijst dat verhoogde fosfaatwaarden niet automatisch een belemmering vormen voor ecologische kwaliteit.

Tekst: Wendy Janssen, Chiara Bruckner, Hoy-Ming To en Samanta Delafaille (Vlaamse Landmaatschappij)

BRONNENLIJST

  • Dreesen, R., Matthijs, J., Janssen, W., Creemers, G. (2024). Natuuronderzoek Limburg: De Vallei van de Zwarte Beek geologisch en archeologisch doorgelicht. LIKONA jaarboek 2024, pp. 8-26. “De vallei van de Zwarte Beek geologisch en archeologisch doorgelicht”
  • Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO). (2015). World reference base for soil resources 2014: update 2015. World soil resources reports . Opgehaald van https://openknowledge.fao.org/server/api/core/bitstreams/bcdecec7-f45f-…
  • Swinnen, W., Hoevers, R., James, A., Broothaerts, N., Verstraeten, G. (2022, september). Veengebieden in riviervalleien: koolstofhotspots gevormd door mens en rivier. Natuurfocus, pp. 108-117. “Veengebieden in riviervalleien”
  • Van Ballaert, S., De Becker, P., Herr C., Vandamme, L. , Verbaarschot, E., Weijters, M., Bobbink, R., Verbeiren, B., Huysmans, M. (2017). Ecohydrologische studie met bodemanalysen voor Graafweide-Schupleer . Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2017 (16). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. DOI: doi.org/10.21436/inbor.12862856
  • Vlaamse Landmaatschappij (2024). “Natuurinrichting Graafweide-Schupleer: evaluatie voorgestelde afgravingen”. Niet gepubliceerd.

     

In Interreg ADMIRE werken 10 Vlaamse en Nederlandse partners samen om veenherstel te realiseren in de grensregio. Dit wordt mogelijk gemaakt door Interreg Vlaanderen-Nederland met steun vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Wil je op de hoogte blijven van het project? Volg ons op LinkedIn of schrijf je in voor onze nieuwsbrief.  

Afbeelding
InterregADMIRE
Interreg
Afbeelding
VLM
VLM
Afbeelding
europa_1.jpg