Afbeelding
Wim Dirckx

Tijd voor kokkels, mossels en exoten

20 jun 2018
Categorieën
Natuurbericht

Met de zomer in aantocht komt ook de schelpenjacht weer op gang. Grote kans dat je daarbij op onze stranden allerlei exotische en fossiele exemplaren aantreft. Naar schatting 40% van alle gevonden schelpen betreft resten van lang geleden gestorven weekdieren. Zo’n 13% hoort tot een soort die met de hulp van de mens uit andere continenten is ‘overgewaaid’ en zich intussen in de ondiepe kustwateren heeft gevestigd.  

Straks is het weer zomer en trekken hordes toeristen zeewaarts om er te genieten van zon, zee en strand. Ongetwijfeld gaan enkelingen zich dan ook te buiten aan een oeroude activiteit: schelpen zoeken. Wat in vroege tijden nog was ingegeven door een dwingende voedselbehoefte, groeide uit tot toeristisch amusement. Al begin 20ste eeuw verzamelden kinderen schelpen om die te ruilen voor papieren strandbloemen, verkocht in daartoe gemaakte ‘strandwinkeltjes’. En de waarde van de schelp varieerde met de soort en zijn zeldzaamheid.

Vandaag zijn de talrijkste schelpen op Belgische stranden de Kokkel, het Nonnetje en de Halfgeknotte strandschelp. Dat blijkt uit de resultaten van de eerste Grote Schelpenteldag (17 maart 2018). De geribbelde en hartvormige Kokkelschelpen die je vindt op het strand zijn overwegend grijszwart of roestkleurig, wat wijst op hun (sub)fossiele oorsprong. Toen ons kustgebied nog uit wadden en eilanden bestond, vormde het een geliefd habitat voor deze “hartschelp”. Vandaag is minder dan 10% van de Kokkelschelpen die je vindt op het strand witgekleurd, en dus mogelijk getuige van nog levende populaties voor onze kust.

Afbeelding
Strandschelpen & kokkel

Halfgeknotte strandschelpen (links) en Kokkel (rechts) behoren tot de meest algemene schelpen op het strand (foto: Wim Dirckx).

Ook bij de Halfgeknotte strandschelp is slechts een kleine fractie (<5%) afkomstig van nu nog in de zeebodem voorkomende populaties in de meest kustnabije zone. Ook bij deze soort getuigen gebandeerde en/of donkergekleurde exemplaren van lang vervlogen tijden. De soort is overigens heel sterk onderhevig aan aantalsschommelingen en kende halfweg de jaren ’90 nog dermate grote populaties in het Belgisch deel van de Noordzee dat visserij op de soort in overweging werd genomen. Grote aantallen niet (sub)fossiele wit-crèmekleurige Halfgeknotte strandschelpen waren toen heel gewoon op het strand. Mogelijk wordt een vastgestelde sterke toename in Nederlandse kustwateren in 2017 – na een intense broedval in 2016 – straks ook bij ons zichtbaar.

Het Nonnetje ten slotte nam recent sterk in aantallen toe met belangrijke populaties voor onze kust, tot op het laagstrand. Ze komt voor in diverse kleurvormen (gelig, roze, witgrijs). Kenmerkend is dat beide schelphelften vaak nog aaneenhangen, wat hen de koosnaam “portemonneetjes” opleverde. Fossiele Nonnetjes (voornamelijk roestkleurig en hoger dan breed) zijn in de minderheid, en maken minder dan 5% van het aantal Nonnetjes uit.

Daarnaast heeft ook de mens een vergaande invloed op het voorkomen van schelpdieren. Exotische soorten, veelal afkomstig uit de VS of Azië, hebben met de hulp van de mens in de voorbije honderd jaar hun weg naar onze kustwateren gevonden. Best bekend en horend bij de top-10 op onze stranden zijn de Amerikaanse zwaardschede (in België sinds 1987; via ballastwater), de Amerikaanse boormossel & het Muiltje (sinds 1899, resp. 1911; mee met Amerikaanse oesters), en de Japanse oester (sinds 1969; aquacultuurproduct). Schelpen van alle exoten samen maken nu circa 13% uit van wat er bij ons op het strand aan schelpmateriaal te rapen valt. Daarnaast beïnvloeden ook klimaatwijziging en de bouw van allerlei constructies op zee de verspreiding van diverse soorten schelpdieren.

Alle hierboven genoemde soorten zijn tweekleppigen. Slakken zoals de Wulk, de Tepelhoren en de Fuikhoorn zijn sterk in de minderheid. Ook van deze soorten vind je, naast recente exemplaren, oude grijs verkleurde.  

Vandaag zijn er aan zee nog steeds strandwinkeltjes met kleurrijke strandbloemen uit crêpepapier. Met schelpen als betaalmiddel. Exoten en mosselen, daar kom je nergens mee. Maar wie Wenteltrapjes of Zaagjes in de aanbieding heeft, is de hemel te rijk!  

Wil je de gevonden schelpen vlot op naam kunnen brengen? Dan is de gids “Strandvondsten” (De Blauwe & Decleer 2017) onontbeerlijk.

Tekst: Jan Seys (VLIZ), Hans De Blauwe (Strandwerkgroep) en Francis Kerckhof (OD Natuur/Strandwerkgroep)
Foto's: Wim Dirckx