11 à 12 graden in januari, van winter is er nog geen sprake geweest… Ook de laatste weken was er weinig te merken van kou en ijs. ’s Morgens hoor je nu al de zang van pimpelmezen, winterkoninkjes en een enkele merel. Deze week is er nog een kleine koudeprik in het verschiet, maar is het wel winter genoeg om nog tuinvogels te verwachten?
Dat antwoord is gelukkig: ja. Fervente tuinvogelkijkers met een permanente voederplaats vertellen ons dat er aardig wat beweging is in hun restaurant, al is het niet overweldigend. Als je het hele jaar rond evenwichtig voedert, is het succes op veel vogels groter. Maar zelfs als je tijdelijk voedert, kan je interessante vogels in je tuin zien. Van heel gewone soorten tot misschien wel enkele bijzondere.
Er waren het afgelopen najaar geen opvallende verplaatsingen van vinken-, kepen- of lijsterbendes, waardoor de meeste tuinen er redelijk leeg uit zien. Ook in het noorden was er geen sprake van een strenge winter en de meeste soorten vinden daar nog voldoende voedsel. Voor de vogels is dat een opsteker: ze moeten nl. geen onvoorziene verplaatsingen maken waardoor het risico op uitputting of verhongering kleiner is. Daar moeten we eigenlijk een beetje blij om zijn want het zal meer vogels goed dan kwaad doen.
Voorspellingen
Een warme winter brengt ons ook bij het klimaatverhaal. Zullen bepaalde soorten, die normaal gezien zuidelijker overwinteren, daardoor meer in onze contreien blijven hangen? Zullen er dit jaar bvb. meer tjiftjaffen en zwartkoppen een poging ondernemen om te overwinteren? Voorlopig zijn die winteraantallen nog zeer bescheiden, maar we verwachten daarin toch een groeiende trend in de nabije toekomst.
En hoe zit het met de witte kwikstaarten? Die zijn deze winter in redelijke aantallen gebleven op het platteland. Mogelijk zullen ze zich deze winter dus vaker tonen in eerder open tuinen in landelijk gebied.
Onder de klassieke soorten zwerven er nog wel wat kool- en pimpelmezen rond, die in het najaar in grote aantallen toekwamen uit Oost-Europa. Misschien zijn zij volgend weekend wel kanshebbers op een hoge plaats in de ranking. Gaaien ondernamen in het najaar massaal voedseltrek: door gebrek aan voedsel in hun broedgebied kwamen ze in grote aantallen onze richting uit. Hoewel dit een vrij schuwe soort is die meestal in de buurt van park- en bosranden opduikt, zijn we benieuwd of ze meer dan normaal zullen opduiken in onze tuinen deze winter.
Winnaars
We zagen de afgelopen jaren enkele soorten die het opmerkelijk beter doen: de putter is zo’n opvallende terugkomer. Zet hij zijn opmars door? Komt hij voor het eerst in meer dan 5% van de tuinen voor? We zijn ook benieuwd of soorten als houtduif en kauw blijven toenemen. Voor de halsbandparkiet, een exoot die zich steeds verder verspreidt, kunnen we dat wel verwachten. Mogelijk zorgt het zachte weer en de malse grond ervoor dat groene spechten meer op mierenjacht gaan in het korte gras van de Vlaamse tuinen.
En wat met de merel die tot enkele jaren geleden in meer dan 90% van de tuinen aanwezig was? Weet hij zich te herpakken na drie rampzalige usutuvirus-jaren? We zijn benieuwd of hij beter doet dan zijn record lage aanwezigheid in 72% van de tuinen vorig jaar.
Doe mee!
Jij kan ook bijdragen aan de kennis over hoe het met de tuinvogels gesteld is. Een kwartiertje tellen volstaat. Heb je de smaak te pakken of gewoon meer tijd om mee te tellen, tel dan meerdere kwartiertjes en voer die resultaten telkens apart in. Alle telregels en tips om je tuin vogelvriendelijker te maken vind je op de website van Het Grote Vogelweekend.
Worden er dit jaar meer groene spechten waargenomen in de Vlaamse tuinen? (Foto: Willy Ceulemans)
Tekst: Gerald Driessens (Natuurpunt Studie)
Hoofdfoto bovenaan: Groenling: liefhebber van rozenbottels maar ook te verleiden met zonnebloempitten (Foto: Willy Ceulemans).
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief