Insecten & ongewervelden

De gehoornde metselbij is een solitaire bijensoort die bekend staat om hun efficiënte bestuiving. De vrouwtjes hebben hoornachtige structuren op het voorhoofd. Ze zijn vreedzaam en maken nesten in natuurlijke holtes of kunstmatige nestkasten. Hun belangrijke rol in bestuiving maakt hen tot een fascinerende soort voor onderzoek en natuurbehoud.

Een typische bewoner van de bovenkant van dichte hagen, is de gewone doolhofspin. Je treft haar ook aan op andere planten en soms zelfs vlak boven de bodem.

De gewone kameleonspin behoort tot de familie van de krabspinnen. Dat zijn "afwachtende jagers" die geen web weven, maar vaak urenlang roerloos zitten te wachten tot een prooi dicht genoeg genaderd is.

Een sluwe moordenaar die je vindt in lage vegetatie tot hogere kruiden, is de gewone tandkaak. Deze behoort tot de familie van de kogelspinnen.

De grote groene sabelsprinkhaan is één van de grootste Belgische insecten. De zang, een luid en schel geratel, is een typisch geluid op een warme zomeravond en kan je wellicht ook in je eigen tuin horen.

De naam verklapt het al, de grote keizerlibel valt op door zijn grootte, maar ook door zijn kleurrijke verschijning. Hij staat bekend om zijn vliegvermogen en snelle bewegingen, waardoor hij een goede jager is. De grote keizerlibel leeft langs het water, op zoek naar voedsel.

De hooiwagens zijn een verzamelnaam voor een orde geleedpotige dieren binnen de spinachtigen. Hooiwagens zijn dus geen echte spinnen.

Het icarusblauwtje is vooral een graslandvlinder, die vrij algemeen voorkomt op bloemrijke plaatsen.