Overzicht

De lepelaar is een opvallende, witte waadvogel met een kenmerkende lepelvormige snavel. Hij gebruikt die snavel om kleine waterdieren uit het ondiepe water te filteren.

De levendbarende hagedis is een vrij kleine, bruinige hagedis met een relatief lange staart. De eitjes ontwikkelen zich volledig in het moederlichaam.

De merel is één van de meest algemene vogels in België. Met zijn gitzwart verenkleed en oranjegele snavel is het mannetje makkelijk te herkennen.

De middelste bonte specht is een echte bosvogel en een meester in het klimmen langs boomstammen. Met zijn felrode kruin en spechtachtige roffels is hij een opvallende, maar schuwe verschijning in oude loofbossen.

De moerassprinkhaan is een grote geelgroene veldsprinkhaan, herkenbaar aan zijn gekleurde achterpoten. Mannetjes hebben consistente kleuren, terwijl vrouwtjes vaak meer variabel zijn. Ze zijn groter dan andere veldsprinkhanen en leven in diverse vochtige habitats zoals graslanden en wateroevers.

De oehoe is een majestueuze uil die bekend staat om zijn imposante formaat en krachtige verschijning. Met zijn karakteristieke roep en indrukwekkende vleugelspanwijdte is hij een iconische roofvogel in veel delen van Europa.

De ooievaar hoort samen met 19 andere vogelsoorten thuis in de ooievaarsfamilie. Deze grote en opvallende vogel is één van de bekendste vogelsoorten uit die familie. Eeuwenoude volksverhalen en voorstellingen van de ooievaar als babydrager hebben dat uiteraard mee in de hand gewerkt. Toch was deze geliefde vogel bijna uitgestorven in West-Europa.

De patrijs of het veldhoen is een middelgrote onopvallende bruingetinte akkervogel die zich zelden laat zien.