Overzicht

De bonte vliegenvanger is een zwart-witte zangvogel die graag in nestkasten broedt. De soort brengt veel tijd door in de boomkruinen. Vanaf een zitpost maakt hij korte vluchten achter vliegende insecten aan.

De gierzwaluw is geen zangvogel en is in feite dus geen echte zwaluw, hij is meer verwant aan de kolibries uit Amerika. In de zomermaanden laat hij zich opmerken door zijn snelle vliegwerk en typische geluid.

De grauwe klauwier is een middelgrote zangvogel met een opvallend masker en een voorkeur voor open landschappen. Hij staat bekend om zijn gewoonte om prooien op doornen te spietsen.

De grutto is de weidevogel bij uitstek. Het is een lentebode die jammer genoeg almaar meer wordt teruggedrongen tot weidevogelreservaten.

De lepelaar is een opvallende, witte waadvogel met een kenmerkende lepelvormige snavel. Hij gebruikt die snavel om kleine waterdieren uit het ondiepe water te filteren.

Overdag rust dit perfect gecamoufleerde zangwonder graag uit op een dennen- of berkentak. ’s Nachts komt hij tot leven en schalt hij door de heide met een indrukwekkend salvo aan buitenaardse klanken – tot wel 1900 noten per minuut.

Deze kleine zwaluwen zijn te vinden rond oevers zoals de naam al verklapt. Ze bouwen hun nesten in de steile wanden.

De wespendief is een vogel uit de familie van de havikachtigen. De naam van deze roofvogel verraadt onmiddellijk zijn favoriete en voornaamste voedselbron,