Vogels

De ekster is met zijn zwart-wit verenkleed en zeer lange, groenglanzende staart een onmiskenbare vogel. De ekster bouwt vaak overdekte nesten.

De kramsvogel is een forse lijster met een grijze kop en een roodbruine mantel.

Putters herken je onmiddellijk: hun vuurrood gezicht, zwart-witte kop, inktzwarte vleugels en gele strepen zijn een streling voor het oog. Je treft deze kleurrijke verschijning vaak vrolijk kwetterend aan op distels. Vandaar hun andere naam: distelvink.

De tjiftjaf is een kleine, bruingroenige zangvogel. Hij zingt zijn eigen naam en is een typische lentebode.

Pas in 1952 voor het eerst in België waargenomen en ondertussen hier niet meer weg te denken. De elegante Turkse tortel legt duidelijk geen windeieren!

De vink is met zijn grijsblauw petje, roestrode borst en witte vleugelstrepen een bekende tuinvogel. De zang eindigt (bij ons) vaak op suskewiet.

De zanglijster is een bruine lijster met een gevlekte buik. Ze is vooral bekend om haar rijke, luide zang en haar voorkeur voor slakken.