Bomen

De beuk herken je aan het ovale blad en de gladde, grijze schors. Het bladerdak is opvallend dicht. Er komt geen licht doorheen waardoor er onder de beuk niets groeit. 

De zwarte knoppen van de gewone es lijken op een bokkenpoot. Met zijn elastische hout maak je de beste bogen.

De bruine bladeren van de haagbeuk blijven in de herfst vaak lang aan de boom hangen, wat hem een opvallende en schilderachtige uitstraling geeft. 

De hazelaar is een struik of kleine boom met ronde bladeren en vroege, opvallende katjes. In het najaar draagt hij eetbare hazelnoten, geliefd bij dieren en mensen.

De ruwe berk herken je aan de witte stam. 

Zoals de naam al doet vermoeden is dit een zeer snelle groeier. Schietwilg wordt veel aangeplant, vooral ook om later als knotwilg te dienen.

De wintereik kan wel 700 jaar oud worden. Deze soort komt minder vaak voor dan de zomereik.

De winterlinde is een elegante boom met kleine, hartvormige bladeren en geurige bloemen. Ze is zeer geliefd bij bijen en wordt vaak aangeplant in parken en lanen.