Zoogdieren

De hazelmuis is de kleinste van onze slaapmuizen. Ze is gemakkelijk te herkennen aan haar dikke, behaarde staart, oranje-gele pels, grijppoten en zwarte ogen.

De hermelijn is een klein, slank roofdier dat behendig jaagt in graslanden en bosranden. In de winter kan hij een witte vacht krijgen, waardoor hij minder opvalt in de sneeuw.

De ingekorven vleermuis is een zuidelijke soort die je eerder op warme plaatsen tegenkomt. Daarom komt ze in Vlaanderen maar weinig voor. Je herkent haar aan haar wollige vacht. De vleermuis dankt haar naam aan een ‘inkerving’in het oor.

De kleine dwergvleermuis lijkt goed op de gewone dwergvleermuis, maar is kleiner. De soort werd pas in 1999 ontdekt

De meervleermuis is erg zeldzaam. Hij is groot en herkenbaar aan de opvallende neusknobbels en grote voeten. De meervleermuis is een echt nachtdier en jaagt vooral boven stilstaand water. Hier heeft het zijn naam aan te danken.

De mopsvleermuis is makkelijk te herkennen aan zijn gedrongen gezicht en brede oren. Hij dankt zijn naam aan zijn kleine ogen en een gedrongen snuit die doet denken aan een mopshond. Deze vleermuis is uiterst zeldzaam en werd in 2014 voor het eerst na 13 jaar weer waargenomen in Vlaanderen. 

De muskusrat is een knaagdier uit de onderfamilie van de woelmuizen en is dus geen echte rat. Het dier staat op de Europese lijst van invasieve exoten. De muskusrat wordt wel eens verward met een otter.

De otter behoort tot de familie van de marterachtigen. Dit roofdier was sinds de jaren tachtig niet meer waargenomen en vermoedelijk uitgestorven in onze contreien. Toch werd er in het Smeetshof, een natuurgebied van Natuurpunt, in 2012 een otter waargenomen en op camera vastgelegd.