Paddenstoelen

Dit zwammetje is maximum 1cm groot, maar meestal in grote aantallen te zien op reeds ontschorst loofhout. Zo vervult dit zwammetje zijn rol als opruimer, het hele jaar door en wereldwijd.

Russula's zijn broze paddenstoelen, breken als krijt. De geelwitte russula is eén van de minst kieskeurige boombegeleiders. Het contrast tussen de witte plaatjes en de okergele hoed is overtuigend om deze soort op naam te brengen.

De gele aardappelbovist heeft een voorkeur voor zure, zanderige bodems en is algemeen in loof- en naaldbossen. Hij is niet kieskeurig want hij gaat een symbiose aan met allerlei loof- en naaldbomen. Ook in parken en lanen is deze zwam vanaf de zomer tot diep in de winter voor de aandachtige wandelaar herkenbaar.

De gele knolamaniet is een boombegeleider van eik en beuk op zandgrond. Hij heeft ook een witte variëteit, en ruikt naar rauwe aardappels.

Deze lekkernij is een zeldzaamheid in Vlaanderen. Hij kan in symbiose leven met zowel loof- als naaldbomen op schrale bodem.

De gele trilzwam nestelt zich graag op eikentakken. Hij parasiteert in feite op de paarse eikenschorszwam, een veel voorkomende schorszwam op eik.  Jonge gele trilzwammen lijken wel goudgele hersenkwabben, de oudere verbleken tot bijna doorzichtig.

De meest gespotte paddenstoel, een opruimer van dood hout, groeit meestal in grote groepen.

Gewoon fluweelpootje is een typische winterpaddenstoel, met zijn kleverige hoed en behaarde steel is het vruchtvlees beschermd tegen de vrieskou. De zwam groeit meestal in bundels op dood hout van loofbomen.