Paddenstoelen

De berkenzwam is een parasiet van berken, die verder leeft als opruimer nadat hij de boom heeft gedood. Hij is het hele jaar door te zien.

Het bijbelse verhaal dat Judas zich ophing aan een Vlier heeft ervoor gezorgd dat deze oorvormige zwam die heel het jaar door voornamelijk op deze struik verschijnt zijn naam kreeg.

Het Gestreept nestzwammetje is vooral te vinden op de grond op dood hout (spaanders, strooisel, twijgen en stronken) van loofbomen, struiken en op andere plantenresten. Het groeit vaak in dichte groepen.

Op stronken en takken van allerlei loofbomen komen in de herfst zwarte knotsjes tevoorschijn die zich na een tijdje beginnen vertakken en een massa wit poeder (ongeslachtelijke sporen) vormen tegen het einde van de herfst.

De gewone krulzoom is een weinig kieskeurige boombegeleider (allerlei boomsoorten) die houdt van een dikke strooisellaag. Uit recent onderzoek blijkt dat deze soort ook een deel van de strooisellaag opruimt en dus ook een rol als saprofyt vervult. 

Gewoon elfenbankje groeit het hele jaar door op stronken en takken van loofbomen. 

Gewoon fluweelpootje is een typische winterpaddenstoel, met zijn kleverige hoed en behaarde steel is het vruchtvlees beschermd tegen de vrieskou. De zwam groeit meestal in bundels op dood hout van loofbomen. 

De grote parasolzwam is de opruimer van dode grasresten, in niet of weinig bemeste graslanden.