Overzicht

De adder is een giftige, vrij zwaargebouwde, gedrongen slang met een korte staart, een brede driehoekige kop en een opvallende zigzag-tekening op de rug.

De heikikker is een middelgrote kikker met een iets spitse snuit. In de paartijd (eind februari, tot uiterlijk begin april) kleuren mannetjes tijdelijk licht- tot fel blauw.

De knoflookpad is een eigenaardige amfibie die haar naam dankt aan de geur die wordt afgescheiden bij verstoring. Niet dat je ze vaak te ruiken krijgt: de knoflookpad leeft een verborgen bestaan en is zeer zeldzaam in Vlaanderen. Anno 2022 resten slechts twee wilde populaties.

De muurhagedis is een kleine hagedis met een slank, langwerpig lichaam met korte pootjes en een staart. Hij heeft een herkenbaar patroon en lengtestrepen die afwisselend licht en donker gekleurd zijn. Je komt hem tegen op muren en rotsen.

De ruigpootuil is een van de kleinere uilensoorten, ongeveer even groot als een steenuil. Opvallend is vooral zijn volle ronde kop. Het is een uitgesproken broedvogel van sparrenbossen op de hoogste toppen van de Ardennen.

De veldleeuwerik staat bekend om zijn zangvlucht. Hij vliegt al zingend naar grote hoogtes, vliegt daar even rond en daalt daarna fladderend af.

De velduil is een dagactieve uilensoort met een priemende blik. Toch moet je al geluk hebben om hem in Vlaanderen te spotten. Hij staat immers op de Vlaamse Rode Lijst als zeldzaam.

De vuursalamander is een grote, stevige landsalamander met een unieke geelzwarte tekening. Hij is zeldzaam en leeft vooral in oude eiken-beukenbossen.