Overzicht

De ooievaar hoort samen met 19 andere vogelsoorten thuis in de ooievaarsfamilie. Deze grote en opvallende vogel is één van de bekendste vogelsoorten uit die familie. Eeuwenoude volksverhalen en voorstellingen van de ooievaar als babydrager hebben dat uiteraard mee in de hand gewerkt. Toch was deze geliefde vogel bijna uitgestorven in West-Europa.

Putters herken je onmiddellijk: hun vuurrood gezicht, zwart-witte kop, inktzwarte vleugels en gele strepen zijn een streling voor het oog. Je treft deze kleurrijke verschijning vaak vrolijk kwetterend aan op distels. Vandaar hun andere naam: distelvink.

De roodborst is met zijn opgerichte houding, rond lichaam en rode borst een onmiskenbare vogel die vaak in tuinen voorkomt.

De staartmees lijkt op een pluizig bolletje wol met een aangeplakte staart. Deze schattige vogels trekken meestal in kleine familiegroepjes snel en rusteloos door de tuin.

Laat je niet teveel leiden door de kleur van de spinnen op de foto's. De viervlekwielwebspin is namelijk onze meest variabele spinnensoort als het op de kleur aankomt.

De vink is met zijn grijsblauw petje, roestrode borst en witte vleugelstrepen een bekende tuinvogel. De zang eindigt (bij ons) vaak op suskewiet.

De vliegenzwam is wellicht de bekendste paddenstoel die het meest tot de verbeelding spreekt. Vliegenzwammen groeien veelal in loofbossen, maar ook in het gras in de schaduw van een grote boom kom je deze paddenstoel tegen.

Het is een boombegeleider die je veelal in loofbossen vindt. Vooral onder berk, den, eik of beuk op zure bodem.

De zwarte ooievaar lijkt qua bouw op de witte ooievaar maar kop, nek en vleugels zijn zwart met een sterke metaalglans. Snavel en poten zijn rood. Het is een schuwe vogel die zich buiten de vogeltrek zelden buiten het bos of het moeras laat zien. Ook kleppert hij maar zelden met zijn snavel.