Overzicht

De dagpauwoog, waarvan de prachtige vlekken op zijn vleugels doen denken aan grote ogen, is één van de algemene soorten dagvlinders in Vlaanderen. Hij vliegt van maart tot oktober, en overwintert als imago in oude schuurtjes, op zolders ...

De Echte tonderzwam is een meerjarige paddenstoel die parasiteert op de stam van verzwakte loofbomen, met voorkeur voor beuk, berk en populier. Tonderzwammen zijn het hele jaar door te zien en worden elk jaar groter. De zwam is een witrotter, die de aangetaste boom na enige jaren gevoelig maken voor stambreuk.

De egel is vooral bekend door zijn stekelvacht en zijn gewoonte om zich bij gevaar op te rollen. Elk jaar sneuvelen duizenden egels in het verkeer.

De ekster is met zijn zwart-wit verenkleed en zeer lange, groenglanzende staart een onmiskenbare vogel. De ekster bouwt vaak overdekte nesten.

De haas is groter en zwaarder dan een konijn, en kan je herkennen aan zijn amberkleurige iris en lange oren met zwarte tippen. De boksgevechten die tijdens de lente worden waargenomen, zijn veelal pogingen van het vrouwtje om de opdringerige mannetjes van haar lijf te houden.

De fazant is in grote delen van Europa uitgezet als jachtwild. De mannetjes zijn prachtig gekleurd en hebben een lange pluimstaart. Ook genaamd: de boskip.

De gaai is een luidruchtige, bont gekleurde vogel met fraaie felblauwe vleugelveren. Hij legt een wintervoorraad aan van eikels.

De geelgors is met zijn kenmerkende zang (een typische ‘gorzenslag’) en felgele verenkleed een vrolijke verschijning op onze Vlaamse akkers.