Overzicht

Het zevenstippelig lieveheersbeestje kent iedereen dankzij haar herkenbaar uiterlijk met felgekleurd en gevlekt schild. Het zijn nuttige insecten die je tuin kunnen redden van een bladluizenplaag. In ons land komen er maar liefst 62 soorten lieveheersbeestjes voor, waarvan deze soort één van de talrijkste is.

De meikever is een middelgrote kever met roodbruine dekschilden en poten. Zijn zwarte lijf heeft een opvallend driehoekspatroon aan weerszijden, en hij heeft roodbruine voelsprieten. De larve van de kever, de engerling, is erg opvallend. Je ziet de meikever vooral in de maand mei.

Overdag rust dit perfect gecamoufleerde zangwonder graag uit op een dennen- of berkentak. ’s Nachts komt hij tot leven en schalt hij door de heide met een indrukwekkend salvo aan buitenaardse klanken – tot wel 1900 noten per minuut.

Putters herken je onmiddellijk: hun vuurrood gezicht, zwart-witte kop, inktzwarte vleugels en gele strepen zijn een streling voor het oog. Je treft deze kleurrijke verschijning vaak vrolijk kwetterend aan op distels. Vandaar hun andere naam: distelvink.

De raaf is een imposante, grote vogel die lang gezien werd als een symbool voor onheil en de dood. Het slechte imago van deze standvogel is ondertussen verdwenen, maar de vogel zelf is nog volop bezig aan zijn terugkeer bij ons. 

De ransuil is een middelgrote uil die opvalt door zijn feloranje ogen en opvallende oorpluimen.

De roodborsttapuit is een kleine zangvogel die vaak te zien is in open landschappen. Met zijn opvallende kleuren en zang brengt hij leven in heidevelden en graslanden.

Het smelleken is de kleinste valkensoort en ook de kleinste Europese dagroofvogel.