Overzicht

De snorzweefvlieg is een opvallende en veelvoorkomende zweefvlieg. Met zijn geel-zwarte kleuren lijkt de soort oppervlakkig op een wesp. Net als alle zweefvliegen heeft ze geen angel en is ze dus ongevaarlijk. 

De steenhommel is een veelvoorkomende bestuiver, en komt vaak voor in verschillende habitats. Hierdoor is het een zeer belangrijke bestuiver voor verschillende plantensoorten. Verder is het een hommelsoort die niet schuwt van harde wind.

De tjiftjaf is een kleine, bruingroenige zangvogel. Hij zingt zijn eigen naam en is een typische lentebode.

De veldleeuwerik staat bekend om zijn zangvlucht. Hij vliegt al zingend naar grote hoogtes, vliegt daar even rond en daalt daarna fladderend af.

De vink is met zijn grijsblauw petje, roestrode borst en witte vleugelstrepen een bekende tuinvogel. De zang eindigt (bij ons) vaak op suskewiet.

De watersnip is een mysterieuze weide- en moerasvogel die vaak moeilijk te spotten is door zijn perfecte schutkleur. Met zijn lange snavel zoekt hij in de modder naar voedsel.

Met geen andere spin kan je de wesp- of tijgerspin verwarren. De naam geeft prijs hoe de spin eruit ziet: met opvallende geel-wit-zwarte strepen.

De wezel is het kleinste roofdier ter wereld, maar je moet hem niet onderschatten. Dit razendsnelle roofdiertje is een efficiënte jager die zich aanpast aan verschillende leefgebieden.