Overzicht

De beuk herken je aan het ovale blad en de gladde, grijze schors. Het bladerdak is opvallend dicht. Er komt geen licht doorheen waardoor er onder de beuk niets groeit. 

De bosuil is een vrij grote gezette uil met dikke, rolronde kop en gitzwarte ogen. Ze hebben geen oorpluimpjes, wel een donkere bles op het voorhoofd. Maar het is meer pluim dan vogel: een bosuil weegt slechts 500 gram. De bosuil is de kampioen van de griezelfilms. De mannetjes hoor je vooral ‘s nachts in de winter met hun spookachtige roep.

Het edelhert is een groot hoefdier, met een rossige zomervacht en een grijsbruine wintervacht. Zijn staart is kort en de spiegel (een behaarde plek op het achterwerk) is geelbruin. Enkel de mannetjes hebben een gewei, dat in de nawinter wordt afgeworpen.

De meest gegeerde boleet in de keuken is eekhoorntjesbrood. In Vlaanderen zijn er drie soorten van bekend, waarvan het gewoon eekhoorntjesbrood het meest voorkomt. 

Het wild zwijn staat voor woeste natuur in Vlaanderen. Samenleven met de wilde voorouder van het huisvarken wordt de uitdaging.

Het gallowayrund dankt zijn naam aan het gelijknamige graafschap in Schotland. Galloways worden vaak in natuurgebieden ingezet als grote grazers. Ze hebben weinig zorg nodig en zijn niet agressief.

Deze zwam is meestal te vinden boven op een dik pakket van afgevallen bladeren, deze hopen verteren is zijn functie en verder is hij mooi om te zien.

De Gewone morielje is een sponsachtige zakjeszwam met een steel. Het is een echte voorjaarssoort die te vinden is op kalkrijke, zandige bodems. Vandaar dat de soort vooral in de duinen wordt gevonden.