Overzicht

De hermelijn is een klein, slank roofdier dat behendig jaagt in graslanden en bosranden. In de winter kan hij een witte vacht krijgen, waardoor hij minder opvalt in de sneeuw.

De hooiwagens zijn een verzamelnaam voor een orde geleedpotige dieren binnen de spinachtigen. Hooiwagens zijn dus geen echte spinnen.

De houtduif is in Vlaanderen de meest algemene en grootste duif. Ze is vooral bekend door haar witte halsvlek en haar ritmisch gekoer.

Zie je in de herfst een paar zwartbruine, smalle, harde vingers op dood hout dan is de kans groot dat dit de houtknotszwam is. Kijk goed of het geen esdoornhout is en de vingers heel smal zijn, want dan is de kans groot dat het om de esdoornhoutknotszwam gaat.  

Het icarusblauwtje is vooral een graslandvlinder, die vrij algemeen voorkomt op bloemrijke plaatsen.

De ingekorven vleermuis is een zuidelijke soort die je eerder op warme plaatsen tegenkomt. Daarom komt ze in Vlaanderen maar weinig voor. Je herkent haar aan haar wollige vacht. De vleermuis dankt haar naam aan een ‘inkerving’in het oor.

De inktviszwam is een schimmel uit de grote familie van de stinkzwammen. Het is een exoot uit Australië die ondertussen al 100 jaar in Europa aanwezig is. De inktviszwam is een opruimer van houtsnippers en vermolmd hout. Hij kan zowel in bossen als in tuinen en parken voorkomen, als er maar dood hout aanwezig is, bij voorkeur op vochtige schaduwrijke plekken.

De julikever is een kever met een opvallende vlektekening. Je ziet de soort tijdens de zomermaanden van eind juni tot augustus in Vlaanderen.