Overzicht

De bever is het grootste knaagdier van Europa. De soort is vooral bekend om zijn zelfgebouwde dammen en zijn afgeplatte staart.

De Canadese gans komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Deze ganzen zijn hier uitgezet of ontsnapt en hebben zich inmiddels gevestigd in allerlei waterrijke gebieden waaronder ook in de stedelijke omgeving. Stadsparken, oude riviermeanders, maar ook natuurgebieden zijn een favoriete stek voor deze exoot.

De grauwe gans is een grote, grijsbruine gans met een oranje of roze snavel. Het is de wilde voorouder van de tamme gans en komt wijdverspreid voor in Europa en Azië.

De kleine rietgans is een middelgrote ganzensoort die broedt in het hoge noorden en 's winters naar gematigde streken trekt. In Vlaanderen is deze soort voornamelijk tijdens de wintermaanden te zien.

De kolgans is een middelgrote gans die opvalt door zijn witte voorhoofd en donkere buikstrepen. In de winter is hij een vaste gast in Vlaanderen, waar hij graslanden en akkers opzoekt.

De krakeend is een middelgrote eendensoort die vaak over het hoofd wordt gezien door zijn sobere uiterlijk. Toch is het een sierlijke verschijning met subtiele details in zijn verenkleed.

De moerassprinkhaan is een grote geelgroene veldsprinkhaan, herkenbaar aan zijn gekleurde achterpoten. Mannetjes hebben consistente kleuren, terwijl vrouwtjes vaak meer variabel zijn. Ze zijn groter dan andere veldsprinkhanen en leven in diverse vochtige habitats zoals graslanden en wateroevers.

De smient is een middelgrote eend die opvalt door zijn kenmerkende fluitende roep. In de wintermaanden is deze soort in grote aantallen in Vlaanderen te zien.