Overzicht

Koolmezen horen tot de talrijkste tuinvogels. Met hun gitzwart petje, witte wangen en citroengele buik, vormen ze een gemakkelijk herkenbare soort.

De koperwiek is een kleine lijster met roestrode oksels en flanken. Bij ons kan je de vogel vanaf het najaar tot in de vroege lente zien.

Een glimworm die vaak over het hoofd wordt gezien. Met zijn unieke kenmerken en interessante levensstijl is dit een boeiend beestje voor natuurliefhebbers.

Kruipend tussen de bladeren van lagere struiken of zonnend op die bladeren vind je soms een vrij grote, bruine spin: de kraamwebspin.

De kramsvogel is een forse lijster met een grijze kop en een roodbruine mantel.

Iedereen kent haar, want het is een opvallende en zeer algemene verschijning in onze tuinen: de kruisspin. Opvallen doet ze vooral door haar grote wielweb, dat meestal fijn en regelmatig wordt geweven.

De kuifmees heeft een markante zwart-witte koptekening en opvallende spitse, driehoekige kuif die kan worden opgezet. De soort komt enkel in Europa voor en dat komt niet veel voor in de vogelwereld. 

De laatvlieger is een van onze grootste vleermuizen. Hij dankt zijn Nederlandse naam aan het feit dat hij later uitvliegt dan een andere grote vleermuissoort, de rosse vleermuis (of vroegvlieger).