Overzicht

De tsjilpende huismus is een zeer bekende zangvogel, die vaak nauw samenleeft met de mens. Helaas lijkt dat de laatste tijd moeilijker te lukken: de aantallen van de huismus lopen al een aantal decennia sterk terug.

De huiszwaluw is een kleine zwart-witte zangvogel die zich thuis voelt tussen de mensen. Toch staat de soort de laatste jaren meer en meer onder druk.

De ijsvogel is met zijn opvallend blauw en oranje kleuren een van de meest kleurrijke vogels in onze omgeving. Je kan hem met geen enkele andere inheemse vogel verwarren.

De junikever lijkt sterk op de meikever, maar is kleiner. Hij is lichtbruin en volledig bedekt met lichte haren. De dekschilden zijn doorschijnend waardoor de opgevouwen achtervleugels eronder zichtbaar zijn. De larven worden engerlingen genoemd, net zoals bij de meikever.

De meest voorkomende en gemakkelijkst herkenbare boleet is de kastanjeboleet. Deze soort is niet zo kieskeurig en is zowel bij loof- als bij naaldbomen te vinden en stoort zich niet aan de dikke strooisellaag die tegenwoordig door een teveel aan stikstof in de meeste bossen te vinden is.

De kauw is een luidruchtige, gedrongen vogel, zwart met een grijs achterhoofd. Hij is vooral bekend doordat hij in schouwen en op kerkzolders broedt.

Die kievit is met zijn kenmerkende roep, zijn acrobatische baltsvluchten en zijn fraaie kuif een opmerkelijke weide- en akkervogel.

De kleine karekiet is een onopvallende, maar vocale zangvogel die vooral in rietvelden te vinden is. Zijn kenmerkende zang verraadt vaak zijn aanwezigheid voordat je hem ziet.