Overzicht

De koperwiek is een kleine lijster met roestrode oksels en flanken. Bij ons kan je de vogel vanaf het najaar tot in de vroege lente zien.

Kruipend tussen de bladeren van lagere struiken of zonnend op die bladeren vind je soms een vrij grote, bruine spin: de kraamwebspin.

De kramsvogel is een forse lijster met een grijze kop en een roodbruine mantel.

Iedereen kent haar, want het is een opvallende en zeer algemene verschijning in onze tuinen: de kruisspin. Opvallen doet ze vooral door haar grote wielweb, dat meestal fijn en regelmatig wordt geweven.

De kuifmees heeft een markante zwart-witte koptekening en opvallende spitse, driehoekige kuif die kan worden opgezet. De soort komt enkel in Europa voor en dat komt niet veel voor in de vogelwereld. 

Het zevenstippelig lieveheersbeestje kent iedereen dankzij haar herkenbaar uiterlijk met felgekleurd en gevlekt schild. Het zijn nuttige insecten die je tuin kunnen redden van een bladluizenplaag. In ons land komen er maar liefst 62 soorten lieveheersbeestjes voor, waarvan deze soort één van de talrijkste is.

De Lila satijnvezelkop is één van de weinige vezelkoppen die zonder twijfel in het veld op naam te brengen is. Vezelkoppen hebben zoals de naam het zegt een vezelige hoed met een vrij spitste top en de meeste soorten, zoals ook deze, geuren spermatisch. Bovendien zijn alle vezelkoppen giftig.   

De meidoorn is een doornige heester of kleine boom die geliefd is om zijn witte bloesems in het voorjaar en zijn rode bessen in de herfst. Een klassieker in hagen en houtkanten.