
14 mei 2025
Onvoorziene omstandigheden zorgen er dit jaar voor dat er geen meesjes broeden in de nestkast. Ondertussen vliegen de gierzwaluwen met acrobatische toeren volop door de lucht. De rechts – links – rechtse vliegbeweging van de koolmees die het nestkastje van de buren inpalmden kan ik helemaal niet negeren.
Ergens in een tuin van andere buren is er een nest van staartmezen. De anders zo schattige bolletjes met lange staarten, pikten nog net niet op mijn hoofd toen ik er een keer nietsvermoedend voorbij wandelde na een korte ‘ Ik stap naar de plastic container ‘ – wandeling. (Deze wandeling is wel geteld nog geen 2 kilometer heen en terug, maar hey, we bewogen vandaag)
Dit jaar heb ik enorm genoten van de bloesems van de meidoorn die door het mooie weer enorm lang is blijven bloeien. Lange sluiers van witte bloemen zorgden er voor dat de wereld er weer wat mooier uitzag. Nu ben ik op zoek naar de meikever. Vorig jaar rond deze periode hadden we er al enkele gezien, dit jaar nog niks. Mei is net begonnen, we hebben nog tijd zat.
De allereerste juffer met veel blauw van dit jaar viel meteen ten prooi aan mijn 2 harige mormels. Op de een of ander manier was hij /zij binnen geraakt in huis en dat arme beestje bekocht het meteen met zijn leven. De katten vonden het dode beest maar niks en achteloos lieten ze het achter. Ik dacht meteen ‘mauw’ en ik moest denken aan de filmpjes van Simon’s Cat.
De dagen worden steeds langer en fietstochten zijn echte feestjes om ‘s avonds naar huis te rijden: er is altijd wel wat te zien en te beleven onder een goudgele avondzon. Ik word steeds vrolijk als ik op de dijk de grazende schapen zie staan. Soms fiets ik er langs op het moment dat ze net verhuizen van de ene plek naar de andere. Het schapendrijven is een enorm fascinerend spel. Op de een of andere manier slagen de honden er in om de schapen in een mum weg te leiden naar de ander locatie. Het verontwaardigd geblaat van de schapen en geklingel van bellen maakt plaats voor ‘stilte’.
Met Pasen fietste ik langs de ‘Watergang’ in Verrebroek. In een van de toppen van de struiken zag ik een koekoek zitten, open en bloot en maar roepen. Ik ben er zeker van dat zijn verleidingspogingen gelukt zijn en ik wil eigenlijk niet weten hoeveel kleine karekieten nu een koekoeksjong opvoeden.
Overdag en ’s avonds hoor ik de krekels tjirpen. Ik hoef dit jaar echt niet naar Frankrijk om de sfeer van het zonnige zuiden te proeven. Er vlogen al kleine meesjes rond en in de tuin hupten jonge vliegvlugge merels rond. Per toeval zag ik gisteren een overvliegende rode wouw.
Klaprozen springen open, de gazon staat vol met madeliefjes en paardenbloemen en andere felgekleurde bloemen. Bijen zoemen rond en daar zijn ook de libellen weer. Nog even en de toortsen van de koningskaars groeien in de berm, kleuren de grote kaardebollen paars en knappen de peulvruchten van de brem open.
Het gaat nu echt wel hard, nog even en het is alweer bijna… Maar ik schakel mijn gedachten even uit. Eerst een koffie en dan genieten van het nu. Morgen ga ik weer op stap.