Afbeelding
Franjestaart
Mark Zekhuis/Saxifraga

Dit was 2024 voor de zoogdieren

3 mrt 2025
Categorieën
Lokaal nieuws

Het jaar 2024 bracht droevig nieuws voor onze Vlaamse zoogdieren. Niet alleen zeldzame soorten zoals de hamster staan onder druk, maar ook ‘algemenere’ soorten zoals de egel gaan achteruit en worden kwetsbaarder. Maar gelukkig waren er ook enkele hoopvolle verhalen, zoals de terugkeer van de otter en verschillende waarnemingen van de wilde kat in Limburg. Dit was 2024 voor onze zoogdieren!

Vlaamse hamsters (alweer) in nauwe schoentjes

Net zoals in onze buurlanden gaat het al decennia niet goed met de Vlaamse hamsterpopulatie. De resultaten van de burchtenmonitoring in de zomer van 2024 bevestigen deze zorgwekkende trend: na vijf zoekavonden in het kader van het meetnet bleef de teller steken op slechts zes burchten, tegenover vijftien in 2023. Een bedroevend laag aantal, zeker als je bedenkt dat er in het voorjaar nog hamsters uit een kweekprogramma werden uitgezet. De jaarlijkse tellingen in juli en augustus, waarbij pas geoogste graanakkers systematisch worden doorzocht, geven weliswaar geen exact populatiecijfer, maar vormen wel een belangrijke indicator voor de evolutie van de soort. En die evolutie ziet er somber uit… Hoe het nu verder moet met deze ernstig bedreigde agrarische soort, is onduidelijk. In buurlanden hebben Europese veroordelingen voor het verdwijnen van de soort geleid tot extra inspanningen van de overheid, met voorlopig beperkt resultaat. We rekenen erop dat ook hier de nodige verantwoordelijkheid wordt genomen om de hamster, een icoon van onze akkerbiodiversiteit, een toekomst te geven.

Waar zijn al onze egels naartoe?

De West-Europese egel (Erinaceus europaeus) is een soort die kan overleven in diverse habitattypen, zoals bosranden, houtkanten, struwelen en openbare groengebieden zoals parken. Naast landelijke gebieden voelen egels zich, dankzij hun cultuurvolgersgedrag, tegenwoordig ook steeds meer thuis in stedelijke omgevingen. Recent onderzoek toont echter aan dat de populaties van de West-Europese egel in grote delen van West-Europa achteruitgaan. Hierdoor werd zijn status op de Europese Rode Lijst van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) aangepast van Least Concern (niet bedreigd) naar Near Threatened (gevoelig). In sommige landen staat de egel op de nationale Rode Lijst zelfs als Vulnerable (kwetsbaar) of Endangered (bedreigd). Ook in Vlaanderen stellen mensen zich steeds vaker de vraag: “Waar zijn de egels in mijn tuin naartoe?” We zien niet alleen minder egels, maar ook het aantal ingevoerde waarnemingen op Waarnemingen.be neemt af. Vooral in de laatste vijf jaar (2020-2024) is deze daling duidelijk, terwijl het aantal waarnemers relatief stabiel bleef. Met een piek in 2021 van 11.135 geregistreerde individuen, daalde dit aantal tot 7.085 individuen in 2024.
 

Afbeelding
Egel
Tom Heijnen/Saxifraga
Egel

De achteruitgang van egelpopulaties kan worden verklaard door verschillende oorzaken, vaak in combinatie met elkaar. Zo vormt habitatverlies een groot probleem, waarbij egels steeds minder geschikte leefgebieden vinden. Door de versnippering van het landschap worden hun leefgebieden bovendien steeds meer opgesplitst in kleinere, geïsoleerde stukken, waardoor ze zich moeilijker kunnen verplaatsen. Ook predatie, ongevallen in tuinen met bosmaaiers, robotmaaiers of nieuwsgierige huisdieren en het risico om verstrikt te raken in afval, spelen een rol. Daarnaast heeft de intensieve landbouw een grote impact. Het gebruik van pesticiden leidt niet alleen tot een afname in voedsel zoals insecten en andere ongewervelden, maar kan ook nadelige effecten hebben door directe of secundaire vergiftiging. Een van de grootste doodsoorzaken blijft echter het verkeer. Met meer dan vijf kilometer weg per vierkante kilometer heeft België het dichtste wegennet van Europa. Egels moeten hierdoor noodgedwongen straten oversteken om zich tussen tuinen en parken te verplaatsen, wat vaak fataal afloopt. In het kader van het project 'Dieren onder de Wielen' van Natuurpunt en de Vlaamse overheid, worden aangereden wilde dieren op de Vlaamse wegen opgevolgd. Van de zoogdieren bevindt de egel zich doorheen de jaren doorgaans in de top 3. In het jaar 2024 sneuvelden bijvoorbeeld zo’n 1148 individuen in het verkeer. Deze data is gebaseerd op losse waarnemingen uit Waarnemingen.be. Het hoge aantal aangereden egels en andere soorten zoogdieren is waarschijnlijk nog een onderschatting, want veel aanrijdingen met (grote) zoogdieren blijven onder de radar. Om een idee te geven: per jaar zouden in Vlaanderen ruwweg tussen 230.000 en 350.000 egels in het verkeer sneuvelen. 
Gezien de zorgwekkende achteruitgang van de egel in verschillende Europese landen is het cruciaal om de oorzaken verder te onderzoeken en in te zetten op preventieve maatregelen. Wil je weten hoe jij egels in jouw tuin kan helpen? Lees hier meer

Fortentelweekend 2024 en opvallende wintergast in Fort 6 (Wilrijk)

Traditiegetrouw worden elk jaar in het eerste weekend van februari de overwinterende vleermuizen in de fortengordels rond Antwerpen geteld. Ook in 2024 organiseerde de Vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt haar 28ste editie van het ‘Fortentelweekend’. Meer dan 70 vleermuisvrijwilligers uit België en Nederland, gewapend met zaklamp en spiegeltje, telden in totaal 3453 vleermuizen verspreid over 16 forten en twee schansen. De meest voorkomende soorten vleermuizen die overwinteren in de forten zijn baard/Brandt’s vleermuis (Myotis mystacinus/brandtii), watervleermuis (Myotis daubentonii), franjestaart (Myotis nattereri) en ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus) met respectievelijk 1196, 1093, 491 en 345 getelde individuen. 
 

Afbeelding
Resultaten Fortentelweekend 2024
Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt
Resultaten fortentelweekend 2024. Bron: Chiropcontact 30ste jaargang nummer 1 - Mei 2024.

Door de grote hoeveelheid objecten in en rond de Antwerpse fortengordel, worden een tiental forten niet tijdens het Fortentelweekend geteld. Daaronder valt ook ‘Fort 6’ in Wilrijk dat jaarlijks geteld wordt door onderzoekers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en de Universiteit Antwerpen (UA), bijgestaan door extra vrijwilligers en enkele masterstudenten van het Departement Biologie met vleermuizen als thesisonderwerp. Tijdens de wintertelling van 2024 stuitten de vrijwilligers op een wel héél bijzondere wintergast. Een grote hoefijzerneus (Rhinolophus ferrumequinum) had zijn weg gevonden naar het fort van Wilrijk, tot groot genoegen van de tellers ter plekke! Dit is om twee redenen zeer speciaal. Ten eerste krijgt het fort van Wilrijk niet meteen de stempel als ideale overwinteringsplek. Slechts een klein deel beschikt over goede condities voor overwinterende vleermuizen. Het overgrote deel van het fort wordt ingepalmd voor menselijk gebruik zoals clublokalen of fuifzalen voor studenten. Ten tweede, en vooral: het waarnemen van een grote hoefijzerneus is Vlaanderen uiterst zeldzaam! Grote hoefijzerneuzen hebben een mediterrane distributie met het zuiden van België als noordgrens van hun verspreidingsgebied. De aantallen die worden waargenomen zijn in Wallonië laag, en in Vlaanderen al zeker. Tussen de periode 1909-1964 werd de soort nog overwinterend waargenomen in de mergelgroeven in Limburg, maar daarna werd ze niet meer gezien. Recenter dook de soort als overwinteraar op in een bunker in Zuid-Holland in Nederland en in het Waalse deel van de mergelgroeven. Mogelijk heeft klimaatverandering met stijgende temperaturen een invloed op het uitbreiden van het verspreidingsgebied van de soort. Of het hier gaat over een toevallige passant of we in de verre toekomst een populatie overwinterende grote hoefijzerneuzen mogen verwachten, valt nog af te wachten.
Lees meer over het fortentelweekend en de ontdekking van de grote hoefijzerneus in het online magazine Chiropcontact.

Terugkeer van de otter

De terugkeer van de Europese otter (Lutra lutra) is zichtbaar, vooral in het Waasland (Oost-Vlaanderen) waar wildcamera's steeds vaker otters op beeld kunnen vastleggen. Dat is een goed teken, want als paraplusoort duidt de terugkeer op een gezonde, biodiverse omgeving. Meer natte natuur helpt niet alleen de otter, maar draagt ook bij aan klimaatadaptatie door wateropslag en koolstofvastlegging.
Op 23 juni 2024 kon een cameraval in het natuurreservaat Molsbroek in Lokeren de befaamde éénoog otter filmen in confrontatie met een huiskat. “Eénoog otter” (blind aan linkeroog), is sinds eind 2019 aanwezig in de regio. Op basis van DNA-analyse van de uitwerpselen (bij otter ‘spraints’ genaamd) zou het in tegenstelling tot eerdere aannames gaan om een vrouwtje. Haar leefgebied strekt zich vooral uit langs de waterlopen de Moervaart en de Durme en aan het Donkmeer en Berlarebroek nabij de Schelde in Oost-Vlaanderen. Op de cameravalbeelden is te zien hoe de twee elkaar tegen het lijf lopen, beiden opschrikken en de Eénoog-otter vervolgens de kat van haar territorium verjaagt. De otter neemt daarna uitgebreid de tijd rond te snuffelen en spraints te leggen om het territorium af te bakenen. Verse spraints zijn slijmerig en teerachtig zwart tot groen. Hoe ouder de spraint, hoe lichter de kleur wordt (eerder asgrijs, geelgroen of grijswit). Ze hebben daarnaast een karakteristieke visachtige geur en kunnen botjes en visgraten bevatten. 

Afbeelding
Cameravalbeeld huiskat-otter
Joris Everaert
Cameraval beeld van confrontatie huiskat en otter. Bron: vzw Durme.

In november 2024 stuitte boswachter Kris Rombouts op vermoedelijke spraints van otter in de Calievallei in Kasterlee (Turnhoutse kempen, Antwerpen). Dankzij een DNA-analyse, uitgevoerd door het INBO, kon met zekerheid worden bevestigd dat de otter in het gebied aanwezig is! Een opmerkelijke vondst, aangezien de laatste waarneming in dit gebied maar liefst 50 jaar geleden plaatsvond. De Calievallei, een natuurgebied van 750 hectare, bestaat uit een mozaïek van broekbossen, vijvers en hooilanden. Door gerichte natuurherstelprojecten is het landschap aantrekkelijker geworden voor moerasbewoners, en de otter lijkt hiervan te profiteren. Toch is zijn opmars in Vlaanderen niet zonder gevaar. De soort wordt bedreigd door aanrijdingen in het verkeer, voedseltekorten en vervuiling van het water. Om zijn leefgebied te verbeteren, slaan Vlaanderen en Nederland de handen in elkaar via het Interreg-project ‘Otter over de grens’, dat tot doel heeft de populaties in Nederland, Vlaanderen en het westen van Duitsland te verbinden. Help mee de verspreiding van de otter verder in kaart te brengen en voer je waarnemingen in via Waarnemingen.be.

Waarnemingen van wilde kat in Vlaanderen

De Europese wilde kat (Felis silvestris) wordt vaak verward met huiskatten of verwilderde (zwerf)katten. Dat is niet onbegrijpelijk, want sommige huiskattenrassen, zoals de Cyperse huiskat, vertonen een opvallende gelijkenis met wilde katten. Helaas leidt dit regelmatig tot teleurstelling bij natuurliefhebbers in Vlaanderen die denken een wilde kat te hebben gespot, of er een te hebben vastgelegd op een cameraval. Terwijl er in Wallonië en Nederlands Limburg al geruime tijd een stabiele populatie wilde katten leeft, blijft de soort in Vlaanderen – na een lange periode van afwezigheid – uiterst zeldzaam en is de kans om er een in het wild te zien bijzonder klein. Echter, 2024 bleek een goed jaar voor waarnemingen van de wilde kat! Zo kon Daan Dekeukeleire van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek in de periode februari-maart verschillende waarnemingen doen van wilde katten in het oosten van de Voerstreek in Limburg. Op de wildcamerabeelden werden vier verschillende dieren geïdentificeerd, en het is goed mogelijk dat er nog meer rondlopen. Enkele maanden later was het ook in het westen van de Voerstreek prijs. Voor het eerst is het gelukt om in het natuurgebied Altenbroek in de Voerstreek een wilde kat te filmen met een wildcamera. Voorlopig is de kat nog maar één keer in beeld verschenen, dus het is afwachten of het een toevallige passant was, of een dier dat zich daar recent gevestigd heeft. Zal de wilde kat zich in de toekomst nog verder westwaarts verspreiden, of blijft de Maas een natuurlijke barrière? Hopelijk brengt 2025 daar meer duidelijkheid over!

Wordt 2025 het jaar van de eerste gedocumenteerde Belgische melding van goudjakhals?

De goudjakhals (Canis aureus) is een middelgrote hondachtige die qua formaat tussen de wolf en de vos in zit. Het dier heeft een rossig bruine tot goudrode vacht en een spitsere snuit dan de wolf. Zijn dieet is veelzijdig en bestaat uit kleine zoogdieren, vogels, aas, fruit en afval. Dit flexibele dieet en een groot aanpassingsvermogen maken diverse habitats geschikt voor vestiging. De afgelopen decennia heeft de goudjakhals zijn leefgebied steeds verder uitgebreid vanuit Zuidoost-Europa naar het westen en noorden van het continent. Waar de soort tot de jaren 60 sterk achteruitging, begon vanaf de jaren 80 een gestage groei. Populaties namen toe in landen als Hongarije, Servië en Slowakije, en in 2007 werd voor het eerst voortplanting vastgesteld in Oostenrijk, gevolgd door Italië. Inmiddels zijn er meerdere waarnemingen in Duitsland, Frankrijk en Nederland. In 2016  werd de goudjakhals voor het eerst gespot in Nederland op de Veluwe. In 2020 bevestigde DNA-onderzoek de aanwezigheid van een mannelijk exemplaar na aanvallen op schapen in de Ooijpolder bij Nijmegen. De verwachting is dat de goudjakhals zich verder zal verspreiden en mogelijk ook België zal bereiken. Het is belangrijk deze ontwikkelingen nauwlettend te volgen om een harmonieuze samenleving met deze nieuwkomer te bevorderen. Wordt 2025 daarom het jaar van de eerste gedocumenteerde Belgische melding van goudjakhals? We wachten in spanning af!

Tekst: Maya De Maegdt (Natuurpunt Studie)