Overzicht

De boomkikker is een heel herkenbare kleine, gladde, grasgroene kikker, met een donkere streep die zijn buik en rug scheidt. Hij heeft een stompe kop en slanke achterpoten. De vingers en tenen van de boomkikker hebben zuignapachtige hechtschijfjes.

De boomsprinkhaan, een meester in camouflage, is lid van de sprinkhaan familie. Met zijn langgerekte lichaam en sterke poten leeft hij tussen boomtakken en bladeren, perfect aangepast aan het leven in de boomtoppen. Deze insectensoort staat ook bekend om zijn kenmerkende zang, die vaak te horen is tijdens zomeravonden in bossen en boomgaarden.

Bosaardbei is de wilde tegenhanger van de tuinaardbei. Het is een lage groene plant die kleine rode, zoete vruchtjes heeft.

De brandnetel is een groene plant met brandharen op. Wanneer je in aanraking komt met deze haartjes kan het branden of jeuken en krijg je kleine bultjes op je huid. Voor insecten en specifiek vlinders is het een goede plant om te laten staan.

De dotterbloem is een botergele bloem die graag aan waterkanten en op vochtige plekken staat.

Duifkruid is een sierlijke, paarse wilde bloem die vooral voorkomt in kalkrijke graslanden. Met zijn snoezige paarse pomponachtige bloemen kleurt hij het landschap of je tuin.

Duizendblad is een vaste plant met kenmerkende witte of lichtroze bloemen met fijne kantachtige bladeren. De bloemen bestaan uit verschillende, misschien wel duizenden kleine blaadjes. 

De gele kwikstaart is met zijn felgele verenkleed een vrolijke verschijning op onze Vlaamse akkers.