Planten, mossen & korstmossen

De bleke klaproos, of kleine klaproos, is onze kleinste klaproos. Het is een eenjarige die 20 tot 60 cm hoog wordt. De bloemen zijn eerder oranje van kleur.

De boswilg is een struik- of boomvormige wilgensoort die vaak voorkomt aan bosranden en in vochtige gebieden. Bekend om zijn zachte, zilvergrijze katjes in het vroege voorjaar.

De brandnetel is een groene plant met brandharen op. Wanneer je in aanraking komt met deze haartjes kan het branden of jeuken en krijg je kleine bultjes op je huid. Voor insecten en specifiek vlinders is het een goede plant om te laten staan.

Duifkruid is een sierlijke, paarse wilde bloem die vooral voorkomt in kalkrijke graslanden. Met zijn snoezige paarse pomponachtige bloemen kleurt hij het landschap of je tuin.

De bladeren van de gevlekte aronskelk zijn pijlvormig die soms bruin- en zwartgevlekt zijn. De bloem verspreidt een lucht van rottend vlees, waar vliegjes op af komen.

Salomonszegel heeft hangende, witte bloemen, met een groen puntje. De plant vormt een witte, op de knopen verdikte wortelstok.

Speenkruid bedekt met zijn gele bloemen als één van de eerste voorjaarsbloeiers grote delen van loofbossen.

De grote klaproos is de grootste van onze klaprozen. Deze eenjarige plant kan tot circa 80 cm hoog worden en bevat een wit melksap. De bloemen zijn groot en scharlaken rood.